Jaren geleden zagen vriendlief en ik in Stockholm een kinderkast in de vorm van een Amsterdams grachtenpand. ‘Zoiets kan ik zelf ook wel maken’, zei mij vriend toen nog. En tijdens de zwangerschap van onze dochter maakte hij de belofte waar. Het resultaat? Een vrolijk gekleurd grachtenpand. Maar nu er een tweede aankomt, moet daar natuurlijk ook een kast voor getimmerd worden …
‘Het hok’
Maar eerst was vriendlief nog bezig om het tuinhuis – ook wel door hem liefkozend ‘mijn hok’ genoemd – op te ruimen. ‘Anders heb ik geen ruimte om te timmeren, schuren en te verven.’ Oké, prima. Intussen, zo deelde mijn handige Harry mee, dacht hij na over de kast.
Het Empire State of toch het Chrysler?
Ik was er nog steeds van overtuigd dat hij nadacht over een kast in de vorm van een grachtenpand. Nee dus. Vriendlief had hele andere plannen. ‘Wat vind jij leuk voor een kast?’ vroeg hij gisteravond. ‘Een kast in de vorm van het Empire State Building of toch de Chrysler Building.’
Watte? ‘Hé, ik dacht dat jij weer een grachtenpand zou maken,’ riep ik nog. Maar mijn vriend schudde zijn hoofd. ‘Nee, ook een tweede kind heeft recht op een eigen kast.’ Met nadruk op éigen. ‘Nou, het Empire State Building is wel heel bijzonder’, zei ik nog verbaasd.
Nou ja, het wordt een kast …
Vriendlief knikte. Al heb ik nog steeds geen idee of het nu een Empire State Building kast of een Chrysler Building kast wordt. Ik zie het wel als-ie ooit weer uit dat hok van ‘m komt. Met een kast voor de babykamer, dat dan weer wel.




Geef een reactie