Afgelopen maandag was mijn kleuter gesloopt. Voor het eerst wilde ze niet naar de kleuterschool, zag ze een beetje pips en ze wilde vooral op de bank liggen. Stiekem wist ik dat het weekend ervoor de oorzaak was. Want Sint Maarten, de intocht van Sinterklaas en je schoen opzetten is best veel voor een vierjarige.
Vooral ook omdat de kleuter al weken naar Sint Maarten had toe geleefd. Op school werden lampionnen gemaakt, de liedjes werden geoefend en iedere avond besprak ze met haar vader hoeveel snoep ze bij de buren aan de deur zouden ophalen.
En toen werd ‘t vrijdag 11 november …
Die middag was ze al hangerig. ‘Gaan we al lopen?’ vroeg ze minstens twee keer per half uur. En het was ook geen verrassing dat het avondeten er ook nauwelijks inging. Het was te spannend.
Maar buiten was het vooral te koud. Maar dat kon de kleuter in eerste instantie niet deren. Zij en haar zusje – die voor het eerst mee mocht – werden in de dikke winterjassen gehesen. Klaar om met de lampion op pad te gaan.
Een half uur later waren ze terug. Tot teleurstelling van de dreumes die zich vol overgave op Sint Maarten had gestort (‘ze was écht niet te stoppen’, grijnsde mijn vriend), maar mijn kleuter vond het wel best zo. Er was genoeg snoep en die kou kon haar ook gestolen worden. Ach, en na het eten van wat snoepjes konden ze ook weer naar bed.
Een nadeel? Door de spanning, de suiker en de idee dat Sinterklaas die dag erop naar Nederland zou komen, kom mijn kleuter niet echt lekker slapen. Ze was hyper.
Dat was ze de volgende ochtend niet meer. Ze was vooral moe. De intocht van Sinterklaas hoefde ze dan ook niet te zien, zo verklaarde ze plechtig en ging hangen op de bank. Dat kon zij wel vinden, maar wij niet. Er is namelijk ook nog een dreumes die het wél leuk vindt.
Maar eerlijk is eerlijk, toen de intocht eenmaal op tv te zien was, vond de kleuter het toch wel weer aardig. ‘Gaan we straks nog naar de stad papa?’ vroeg ze aan mijn vriend. Maar mijn vriend – die normaal gesproken dol is op dat soort dingen – was ziek. Hij was niet van plan om te gaan. Mijn kleuter keek beteuterd. ‘Ik ga wel met jou’, zei ik snel.
Want ook al was het buiten guur en heb ik een hekel aan een grote massa mensen, je moet het er als ouder voor over hebben. Drie kwartier later stonden we aan de kade om te zien hoe Sinterklaas op zijn stoomboot binnenkwam. Mijn armen deden pijn, want ik moest de kleuter tillen, het was koud en het was te druk. Maar wat gaf ‘t, de kleuter vond ‘t leuk. Ik was zelfs bang dat ze nog de stad in zou willen voor een echte meet & greet met de Sint.
Had ik trouwens gewoon gedaan.
Maar nee, ze vond het goed zo. ‘Ik vind het wel een beetje fris’, lichtte ze haar reden toe. Dat kwam mij prima uit. ‘Zullen we naar huis? Mag je al onze schoenen opzetten’, antwoordde ik. Vond ze een goed idee.
Die middag zocht ze schoenen uit – laarzen natuurlijk, daar past meer in – en selecteerde ze de mooiste winterpenen voor het paard van Sinterklaas. Ze zong er zelfs Sinterklaasliedjes bij. Het zag d’r schattig uit. Al vond ze het wel een beetje spannend. ‘Mama, hoe vinden ze dan ons huis?’ Toen ik haar verzekerde dat Sinterklaas daar gewoon een prima kaart voor had, was ze gerust gesteld.
Al was ze wel opgelucht toen ze de volgende dag chocoladeletters in de laarzen vond.
Sindsdien heb ik haar er niet meer over gehoord. Maandag was ze d’r gewoon moe van. Nu al. Het Sinterklaasjournaal wil ze niet kijken, over het opzetten van de schoenen blijft ze stil en er wordt geen Sinterklaasliedje gezongen. Ze is er blijkbaar even klaar mee. Al blijft dat speelgoedboek wel favoriet. Maar dat is het dan ook.
Ik kan mij er iets bij voorstellen. Het waren ook veel indrukken voor een kind van vier. Dat moet soms ook wel eens even landen. Ik vind het prima. Lekker rustig zo. Al heb ik zo’n vermoeden dat die rust vast niet lang duurt. Daar zijn het dan ook weer vierjarigen voor …




Geef een reactie