Gisterochtend stelde ik het mij al helemaal voor: op Tweede Paasdag zouden wij aan een keurig gedekte tafel zitten met warme croissantjes, eieren en – let op – gevulde eieren. Dat is mislukt. De keurig gedekte tafel is er niet van gekomen en de eieren? Die zijn mislukt. Hallo volledig mislukt paasontbijt.
Vanochtend was ik trouwens nog optimistisch. Nadat ik beneden kwam, besloot ik meteen in de weer te gaan met de croissantjes. Oven aan, deeg uitpakken en rollen maar. Dat eerste was niet zo’n probleem, het tweede ding ging ook nog goed, alleen het derde ging wat minder.
De crossaintjes zagen er namelijk mishandeld uit. En toen moesten ze de oven nog in. ‘DAT GA IK NIET ETEN!’ riep de kleuter al toen ze de niet zo fraaie baksels zag.
Het beloofde niet veel goeds.
In de tijd dat de croissants in de oven stonden, zette ik de eieren op. De ene pan was bedoeld voor de gevulde eieren, de ander voor de gekookte eieren. Die laatste eieren waren vooral voor mijn vriend die alleen maar blauwe eieren eet die minstens dertien minuten hebben gekookt. Vindt-ie lekker.
Maar hé, geen probleem. Even de tijd van de beide pannen in de gaten houden en koken maar,
Intussen waren de kinderen chocolade paaseieren aan het zoeken in de tuin. Vijf minuten later hadden ze ieder zo’n paashaas gevonden. En natuurlijk aten ze ‘m meteen op. Niet goed voor de eetlust, dacht ik nog.
Dat bleek later mijn minst erge eetprobleem.
Gelukkig piepte de oven. De baksels zagen er iets beter uit. Het kon slechter. Het kon ook beter, maar dat was voor de volgende keer.
Daarna waren de eieren aan de beurt. De eieren die gevulde eieren moesten worden, that is. Ik moet er overigens wel bij vermelden dat het de eerste keer was dat ik gevulde eieren maakte. Mijn vriend begrijpt nog steeds niet waarom. ‘Dat is toch zo’n jaren tachtig ding?’ Ja, dat klopt, maar ik was het onlangs tegen gekomen in een kookboek en het leek mij best weer ‘ns lekker.
Ik was de enige.
‘Waarom kun je niet gewoon een ei koken?’ vroeg mijn altijd behulpzame kleuter. Maar ik was vastbesloten om het te maken. Dat was het plan. En wat zouden ze leuk staan op de ontbijttafel. Helaas, tijdens het pellen van het eerste ei zag ik het: ze waren te kort gekookt. Het eigeel was nog plakkerig. Maar hé, hoeveel kon dat nou uitmaken?
Nou, dat maakt veel uit. Heel veel.
Met mayonaise erbij werd dat eigeel mengsel een kliederige bedoeling. Het eiwit viel trouwens ook bijna uit elkaar van ellende. Maar ik ging stug door en probeerde het eimengsel in de helften te spuiten.
Het zag er niet uit.
Ik probeerde er het beste van te maken. Maar eerlijk gezegd, was het – zoals een Amsterdamse vriendin van mij zou zeggen – ‘geen porem.’ Maar hé, uiteindelijk had ik wel zes helften min of meer gevuld.
‘Willen jullie er niet ééntje?’ vroeg ik nog hoopvol aan de kleuter. ‘Er zit ook mayonaise in!’ De lieverd wilde mij blijkbaar niet kwetsen en nam er eentje. ‘Maar ik neem straks een hapje, niet nu,’ en ze liep weg. Om vervolgens aan haar zusje te vragen ‘of zij dat ei niet wou.’
Mijn peuter trapte er niet in en liep naar het plankje met de gevulde eieren om zelf maar ‘ns de schade op te nemen. Dat ging niet goed. Vol walging keek ze naar de plank. Ze begon te kokhalzen en holde weg.
Ik kan je vertellen: voor je zelfvertrouwen is dat niet goed.
Mijn vriend had intussen de tijd van zijn leven. De tranen van het lachen rolden nog net niet over zijn wangen, maar het scheelde niet veel. ‘Wie maakt die dingen nou ook?’ was zijn vernietigende oordeel.
De enige die mij niet in de steek liet, was één van de katten. Zij heeft het eigeel eruit geslurpt.
Maar toen had ik het al helemaal gehad met dat paasontbijt. Ze konden verdorie hun eigen broodjes wel smeren. Aan het aanrecht. Staand. En dat gebeurde ook. Niemand zat blijkbaar te wachten op een paasontbijt. Of misschien waren ze bang dat ik ze alsnog die walgelijke gevulde eieren zou serveren. Kan ook.
Eén troost is dat mijn vriend uiteindelijk wel één van de crosssaints heeft geprobeerd. ‘Is lekker hoor.’ Nou, dat mocht ook wel na het fiasco van vanochtend. Zelfs mijn kleuter heeft vanmiddag ze nog opgegeten. Maar dan moest ik wel beloven ‘dat ik nooit meer gevulde eieren zou maken.’
Dat beloof ik hierbij plechtig. Misschien komt het dan ooit nog eens goed met dat paasontbijt.
Geef een reactie