Vandaag stond ik – nadat ik de kleuter naar school had gebracht – al vroeg in de supermarkt. ´Moet jij ook nog een cadeautje voor de juf kopen?’ vroeg een moeder van een klasgenootje die er net aan kwam lopen. ‘Wat kregen we die mail laat he?’ Nou, inderdaad. Maar dat past wel helemaal bij de rest van mijn week.
Deze week loopt alles anders dan verwacht. Mijn planning kan nu al de prullenbak in en het ene onverwachte ding komt langs.
Dat begon maandag al. Snipverkouden werd ik wakker. Vraag me niet waarom, maar ieder jaar ben ik een paar dagen énorm verkouden. Prikkende ogen, zere longen, een loopneus en opgezette klieren zitten me dan even dwars. Ik hou het altijd maar op een bepaald soort pollen die door de lucht waren. Geen idee welke pollen het zijn. Niet dat het wat uitmaakt trouwens, ze zijn gewoon irritant.
Met ‘t gevolg dat ik maandag nogal langzaam was. Ik vertoonde grote gelijkenis met een snipverkouden schildpad. ‘Mama, wat bén je traag’, zei mijn kleuter niet voor niets. Nou, dat was ik ook. Het werk ging vervolgens drie keer zo langzaam en van mijn werkplanning kwam niets terecht.
Gisterochtend ging het al wat beter. Tot mijn vriend in de badkamer kwam. ‘Daan! Wanneer hadden wij ook alweer die verjaardag van mijn nichtje? Hebben we al cadeautjes?’ Shit. Nee. Compleet vergeten door alle drukte van de week ervoor. Die moest ik dus vandaag halen. En oh jee, die kleuter had ook grotere gymschoenen nodig. Die waren te klein. En shit, dat gym had ze al de dag erna.
En die dag dáárna was ‘t plan om met haar klas naar de kinderboerderij te gaan. Maar oh nee, ging het dan niet regenen? Hoe zat het eigenlijk met haar regenjas? Die was natuurlijk ook te klein geworden. Die moest ik ook halen. Net als nieuwe gympen voor de peuter. Op woensdag zou het 26 graden worden. Dan waren gympen in plaats van zwarte winterschoenen toch echt wel handig.
De lijst werd steeds langer.
En dan moest ik ook nog een hoop administratieve dingen doen.
Dat heb ik eerst maar gedaan. Daarna ben ik naar de stad gefietst en heb ik alle cadeautjes en die nuttige dingen gehaald. Ik vond zelfs nog een paar schattige Adidasjes voor de peuter. Maar het moest allemaal op een holletje, want de tante van mijn vriend – die een keer per maand ons huis fatsoeneert – stond ook al bijna op de stoep.
Als een gek fietste ik weer naar huis om voor haar al alle nuttige poetsspullen te verzamelen. Maar shit, waar was nou een emmer? Oh nee, die gebruikte mijn vriend allemaal (hij renoveert de voortuin, maar da’s weer een andere blog). Gelukkig was er nog een bak die ik ook gebruikte voor het dweilen.
Maar dan de schoonmaakdoekjes. Oh nee! Die zaten ergens in de drie wasmanden die ik nog moest opvouwen. En voor ik het wist stond de tante ook al op de stoep. Uiteindelijk vond ze toch wat doekjes – je hebt meer dan je denkt – en ging ze lekker aan de slag.
Ik besloot de was op te vouwen.
Tot mijn vriend belde om twintig voor één om te vragen of ‘t allemaal goed ging. Opeens bedacht ik mij met een schok dat de peuter opgehaald moest worden van het kinderdagverblijf. Helemaal vergeten. Ik heb het telefoongesprek maar afgerond en ben weer op de fiets gesprongen.
Gelukkig was ik maar twee minuten te laat.
Daarna besloot ik met de peuter in de supermarkt even te pinnen. Maar wat denk je? Saldo niet toereikend. Hoezo saldo niet toereikend? Ik had ‘s ochtends toch net een bedrag overgemaakt. Dat stond er blijkbaar niet op. Dan maar een andere pas. Weliswaar een nieuwe, maar ik wist de pincode al. Niet dus. Na twee keer gaf ik ‘t op.
Dit kon er ook nog wel bij.
Eenmaal thuis was de peuter ondeugend en weigerde ze om naar bed te gaan. Ze. Wilde. Niet. Ook haar nieuwe schoenen wilde ze niet aan. ‘Bleh!’riep ze nog. En bedankt.
Intussen vouwde ik de was verder op, kreeg mijn tante een vreselijk vieze muur schoon met een magic spons (dat blog volgt ook nog) en werd mijn peuter steeds viezer in de zandbak.
Ik heb ‘t laten gaan. Per slot van rekening waren ook veel dingen wél gelukt. Ik was weer een beetje bij.
Dacht ik.
Tot ik rond een uur of drie een mail binnen kreeg van de school van de kleuter. Een van haar juffen had de dag erop haar laatste dag en dan kon iedereen afscheid nemen. Hoezo, de volgende dag? Had dat niet even eerder gekund? Ik was de halve ochtend in de stad, dan had ik zowaar een afscheidscadeautje kunnen kopen.
Ik stond weer met 1-0 achter.
Ook dat heb ik laten gaan.
Uiteindelijk liet mijn tante het huis weer in veel betere staat achter dan waarin ze was gekomen, de kinderen konden – zelfs een ovenschotel maken was mij teveel – met kipburgers en spinazie leven en uiteindelijk lag de peuter al om zeven uur te slapen.
De rust keerde terug.
De kleuter bouwde nog een speelgoedkasteel, vriendlief ging weer bezig met zijn tuinproject en ik klapte mijn laptop open. Eindelijk kon ik weer lekker aan het werk. Wie had ooit gedacht dat werken zo ontspannend kon uitpakken.
Vanochtend verliep het voor eerst deze week best aardig. De kinderen aten gewoon hun ontbijt op, sloegen elkaar niet de kop en de peuter wilde – hiera – haar nieuwe schoenen aan. We waren zelfs prima op tijd op school. Daarna stond ik de supermarkt om een doos Merci voor de juf te kopen. Ik bedoel, wie houdt er nu niet van chocola?
Dat kocht de moeder van het klasgenootje ook. ‘Hadden ze die mail niet even eerder kunnen sturen?’ zei ze lachend. ‘Ik heb het zo druk, dus het moet nu heel snel!’ Aan haar gezicht zag ik dat het haar ook totaal niet uitkwam en dat zij vast ook een chaotische dag voor de boeg had.
Ik begreep ‘t volledig.
Nu maar hopen dat de chocolade niet smelt. Het wordt per slot van rekening vandaag vijfentwintig graden. Ik heb ‘t maar op een koele plek gelegd en hoop er ‘t beste van. Nu maar hopen dat ik het niet vergeet vanmiddag. Dat zou trouwens wel geheel passen bij de rest van de week. Dat dan weer wel.
Geef een reactie