Dat ik een koukleum ben, is geen geheim. Van mij mag de winter zo snel mogelijk voorbij zijn. Maar wat blijkt? De kleuter is ook al zo’n koukleum. Zo’n koukleum dat ze dat schaatsen van de afgelopen week helemaal niet zo gezellig vond.
Sportief
En dat is best opmerkelijk, want mijn kleuter is normaal gesproken best sportief. Ze holt, rent en springt. Het kind loopt het liefst achter de voetbal aan, houdt van zwemmen en trekt graag sprintjes.
Dat heeft ze niet van mij.
Dat heeft ze van haar vader. En haar vader houdt dan ook van schaatsen. Vindt-ie leuk. Dus je zou verwachten dat mijn kleuter schaatsen aardig vindt.
Nee dus.
Koud
En dat schaatsen kon juist zo goed afgelopen dagen. Het was ijzig koud, de sloten bevroren en het voelde als min vijftien. Voor mijn gevoel dan. Maar goed, ik ben dan ook een koukleum. En nee, ik ga al helemaal niet vrijwillig naar buiten wanneer het zo koud is.
Mijn kleuter vond het ook maar niets. ‘IK HEB HET KOUD!’ riep ze regelmatig. Maar hé, dat is niet nieuws. Dat had ze vroeger al.
Schaatsen
Maar er moest natuurlijk wel geschaatst worden. Eventjes maar. Het hoort per slot van rekening wel een beetje bij de opvoeding. En dat schaatsen leek ze in eerste instantie ook wel oké te vinden. We pakten haar goed in en vijf minuten later vertrok ze met mijn vriend naar een bevroren vijver. Om een gezellig potje te schaatsen.
Een klein half uur later waren ze terug. Mijn kleuter bibberde ervan. ‘Vond je het niet leuk?’ vroeg ik nog. ‘Een beetje, maar het is zo koud!’
Een dag later logeerde ze bij mijn ouders. Daar stond ze ook nog even op de schaats. Volgens mijn vader ‘amper een kwartiertje.’ De reden? Je mag raden … Juist. Ze vond het te koud.
Toch heeft ze daarna nog één keer geschaatst Maar dat was ook omdat ze met een vriendinnetje meeging dat houdt van schaatsen. En het moet best gezellig zijn geweest op de vijver. Het was druk, er waren allerlei klasgenootjes en het was niet eens zó koud meer.
Maar na een uurtje gingen ze weer naar huis. ‘Liv had het koud’, zei de moeder van het vriendinnetje lachend.
Daar gingen we weer.
‘Ik hoef niet meer te schaatsen’
Vanochtend lagen de schaatsen dan ook nog werkeloos in de gang. ‘Wil je nog even schaatsen’, vroeg ik. ‘Het kan nu nog.’ De kleuter keek mij aan met een donkere blik. ‘Ik hoef niet meer te schaatsen. Berg ze maar op hoor.’
Nou, dat was duidelijk.
Gelukkig voor mijn kleuter – en voor mij – valt de dooi vandaag in. Eindelijk wordt het hopelijk een beetje lente.
En dat schaatsen? Mijn kleuter heeft – als het goed is – nog een jaar nodig om van die kou bij te komen. En dan staat ze misschien wel weer enthousiast op de schaatsen. Tenzij ze nog meer op mij gaat lijken. Dan kunnen we die schaatsen wel verkopen.
© 2018, Danielle Spoelstra. All rights reserved.
Geef een reactie