In de kerstreclame’s ziet er altijd zo gezellig uit: de kerstboom optuigen met het gezin. Nou, bij ons gaat er niet zo aan toe. Dit jaar was helemaal een beproeving. Met dank aan twee dochters die het hartgrondig met elkaar oneens waren. Al staan de kerstbomen nu. Vraag alleen niet hoe.
‘Die ‘echte’ kerstbomen, moet dat nou?’
En hoewel ik kerst zelf best gezellig vind, ben ik niet zo heel erg van die kerstboom. Vooral omdat mijn vriend een ‘echt’ exemplaar wil, want ‘dat ruikt zo lekker.’ Maar dat ik de naalden tot het voorjaar in elke hoek van de kamer vind, wordt gemakshalve even vergeten.
Hoe dan ook, mijn argumenten voor een kunstkerstboom worden ieder jaar weer van tafel geveegd door vriend en de dochters, dus ik moet het er maar mee doen.
Twee kerstbomen
Eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat mijn vriend zo lief is om de kerstbomen te halen en te kopen. Ja, we hebben er twee. Eén grote voor in de woonkamer en een kleinere in de werkkamer. Vervolgens zet-ie ze beide op en kan het feest beginnen.
Lichtjes
Nou ja, feest? Ik heb ieder jaar standaard ruzie met de lichtjes. De hele middag verzamel ik moed, maar in de praktijk tuigt de kerstboom mij meer op dan andersom. Al viel het dit jaar nog wel iets mee. De strengen zaten niet in de knoop, de lichtjes deden het nog en eigenlijk was iedereen wel tevreden.
Dat was pure winst.
‘Lelijk!’
Maar toen moest het optuigen nog gebeuren. Dat mogen de dochters van mij doen. Teamwerk enzo. Daar was dit jaar geen sprake van. Oudste dochter had haar zinnen op een roze kerstboom gezet. Mijn jongste dochter niet. En dan krijg je dus dit, aldus mijn bericht op Twitter:
Dochters hebben intussen ook ruzie.
‘Ik wil een dit jaar een roze kerstboom!’
‘Ik haat roze!’
‘Ga weg met die zilveren kerstballen! Ze zijn lelijk!’
‘Je bent zelf lelijk!’Wijn. Ik heb wijn nodig.
— Danielle Spoelstra (@scriptgirlnl) December 9, 2022
Het resulteerde erin dat jongste dochter op de bank plofte en weigerde om ook maar iets te doen. ‘Moet jij weten’, zei jongste dochter en ging gewoon door met het optuigen van de – inderdaad – roze kerstboom.
Gelukkig hadden we nog een kerstboom, maar dan in de werkkamer. Maar daar had jongste dochter geen zin in. ‘Ik wil dat-ie in de woonkamer staat!’ En dus bleef ze mokken op de bank. De sfeer was nogal ijzig.
Dit soort situaties laten ze dus nooit zien in de kerstreclame’s.
Compromis
Maar goed, we moesten een compromis sluiten. Oudste dochter kreeg haar roze kerstboom en jongste dochter kon toch met de idee leven om de kerstboom in de werkkamer op te tuigen. Van mijn vriend mocht ze namelijk helemaal zelf weten hoe de boom eruit kwam te zien. En dus koos mijn dochter voor een rode kerstboom.
Eind goed, al goed. Vooral toen ik besloot oliebollen te kopen en iedereen weer een beetje blij werd. De dochters spraken zelfs weer met elkaar. Al mompelde jongste dochter nog ‘dat zij volgend jaar écht niet zo’n lelijke roze kerstboom zou kiezen.’ Maar dat zien we volgend jaar wel weer. De kerstbomen staan en dat is het belangrijkste, want die harmonie van die kerstreclame gaan wij toch nooit bereiken. Dat moet iemand anders maar doen, maar zij hebben vast geen roze kerstboom.
Geef een reactie