In de zomer vroegen mijn vriend, ik en mijn oudste dochter zich nog af of mijn jongste dochter nog in Sinterklaas geloofde. De redenen? Ze zit in groep 5 en dan wordt het tijd voor surprises in de klas. Bovendien is ze bijna negen jaar en dan wil dat geloof in Sinterklaas nog eens wankelen. Maar we kwamen in oktober al achter het antwoord …
Relpieten en buurmannen
Maar goed, even vooropgesteld: ik vind Sinterklaas een heel gezellig feest. Vooral met kleine kinderen. En geloof mij, we hebben echt ons best gedaan om ze in het sprookje van Sinterklaas te laten geloven. Mijn vriend heeft wel eens de woonkamer overhoop gehaald en de volgende ochtend gezegd dat de relpieten dat gedaan hadden.
De dochters hebben het er nog over.
En dan hadden we natuurlijk ook de buurmannen die op pakjesavond op het raam en de deur bonsden en snel de zak met cadeautjes voor de deur achterlieten. Of de pieten in de stad die tijdens de intocht aan mijn dochters vertelden dat ze helemaal uit Spanje kwamen.
Het was leuk.
En toen sloeg de twijfel toe
Maar natuurlijk begon mijn oudste dochter al eerste te twijfelen. Al was dat ook wel in groep 5 toen ze toegaf dat ze niet meer geloofde in Sinterklaas. Vooral omdat ze één en ander had gehoord van andere kinderen op school. Maar praktisch als ze is had mijn oudste dochter dat niet eerder gezegd. ‘Ik was bang dat ik dan geen cadeautjes meer zou krijgen.’
Zit wat in.
‘Die cadeautjes koop jij toch?’
Daarna was het zaak om dit te verborgen te houden voor mijn jongste dochter. Al twijfelden we wel. Ze is – hoe zal ik het goed omschrijven – nogal sceptisch. En trekt graag alles in twijfel. Maar goed, ik verstopte de cadeautjes zo goed mogelijk en speelde het spelletje mee.
Tot mijn vriend zei dat ze vorig jaar al lang de cadeaus had gespot. ‘Zijn dat de cadeautjes voor Sinterklaas?’ had ze nog aan haar vader gevraagd. Hij had nog iets geroepen ‘dat hij de cadeaus al had gekregen van Sinterklaas en dat hij ze alleen nog even moest bewaren.’
Geloofde ze natuurlijk niet.
Daarom besloot ik haar in oktober toch maar voorzichtig de vraag over Sinterklaas te stellen, maar dan meer in de trant van ‘wat voor cadeautjes wil jij vragen aan Sinterklaas?’ Waarop ze met de ogen rolde en riep:
‘DIE CADEAUTJES KOOP JIJ TOCH?’
Aha. Ze had mij door. ‘Dus Sinterklaas niet?’ probeerde ik nog. ‘Nee, ik geloof niet meer in Sinterklaas hoor’ riep mijn dochter. ‘Krijg ik nu wel cadeautjes?’ voegde ze er nog even aan toe, want je moet natuurlijk wel het gevolg van je woorden op een goede manier incalculeren.
Toch de schoen zetten
Lang verhaal kort: we hebben geen gelovigen meer in de familie. Al heb ik wel met haar afgesproken dat ze het niet vertelt aan kinderen in de klas die nog wel geloven. ‘Dat is dan ook zo sneu’, vond mijn dochter. ‘Daar moet je echt zelf achter komen.’ En zo is dat.
Maar ja, dan zaten we inderdaad nog met die cadeautjes. Dat heb ik op een makkelijke manier opgelost: ook dit jaar mochten ze op de dag van de Sinterklaas-intocht de schoen zetten. Gewoon omdat het kan. En verrek, ze hebben zelfs bloedserieus een Sinterklaas-liedje gezongen. Al lieten ze de wortels en de appels voor het paard van Sinterklaas nu schieten.
En in december gaan we gewoon bij de familie Sinterklaas vieren. ‘Maar ik ga geen gedichtje maken hoor riep mijn jongste dochter nog. ‘Dan zeg ik wel weer dat ik in Sinterklaas in geloof.’ Komt dat geloof soms toch nog handig uit.
Geef een reactie