‘Hoe vindt Liv haar nieuwe zusje?’ is mij afgelopen week regelmatig gevraagd. Terechte vraag, want een peuter van twee hoeft de komst van een nieuw broertje of zusje niet per se toe te juichen. Gelukkig kan ik nu na een dikke week zeggen: het valt mij best een beetje mee.
‘Neem je de baby ook mee?’
Ik geef het toe: ik had mij wel op het ergste voorbereid. Vooral omdat ik verhalen hoorde van broertjes die hun pasgeboren zusje stiekem knijpen of er gewoon niets van moeten hebben. Of zoals de kraamverzorgster al vertelde: ‘er zijn ook kinderen die vragen of ik de baby wil mee wil nemen als ik weg ga.’ Het was dan ook waarschijnlijk een héle teleurstelling voor die kinderen als de baby bleef.
Voorbereiden
En dus besloot ik van tevoren om Liv bij de voorbereidingen te betrekken. Zo mocht ze meehelpen – op haar eigen geheel unieke wijze – met de inrichting van de babykamer ( ‘mama, ballerina stickers!’), ging ze af en toe mee naar de verloskundige en lazen we al verhaaltjes voor over meiden die grote zus werden.
Allemaal héél – kuch – pedagogisch verantwoord. Maar je kunt nog de beste bedoelingen hebben, als je kind de baby niet kan waarderen, dan is dat zo.
Uur van de waarheid
Maar het uur van de waarheid brak aan toen mijn dochter voor het eerst haar zusje zag na de geboorte. Mijn ouders – die nacht ook de oppas van mijn dochter – hadden haar al voorbereid op de komst van zussie. Misschien ook de reden dat ze bij binnenkomst redelijk snel naar het bedje van de baby liep.
Bij papa op de arm keek ze aandachtig naar de baby. ‘Wie is dat?’ vroegen wij haar nog. ‘ZUSSIE’ zei dochterlief. Al verbasterde ze daarna de naam van haar zusje – Nicole – tot Nikkie ( je begrijpt: het koosnaampje was toen al geboren). Vervolgens wees ze naar zichzelf. ‘Glote zus’, riep ze nog.
En toen werd ‘t lastig …
Daarna werd het iets moeilijker. Maar dat kwam ook deels door de nieuwe indrukken. De kraamverzorgster kwam binnen, er kwam bezoek en ik deed nog eens een poging om met borstvoeding te beginnen. Vooral dat laatste viel niet in goede aarde bij dochterlief in de dagen erna. Want terwijl ik druk bezig was met voeden, werd mijn dochter bezig gehouden door haar vader en de kraamverzorgster en had ik – wel ja – niet genoeg aandacht voor haar.
Dat laatste vond mijn dochter niet zo prima. Ze vond ‘t maar niets dat ik zoveel tijd met de baby doorbracht. Toen ze ergens ook nog opving dat ik de baby – en dat was een klein lesje voor mij – ‘lieve meid’ noemde, waren de rapen gaar. Ze wierp zich meteen huilend op de grond. En nee, ze wilde ook er niet bij komen liggen of getroost worden. ‘Papa, mama, baby …’ snikte ze. Het was duidelijk dat mijn dochter zich even héél alleen voelde.
Dat was toch wel het dieptepunt.
Maar daarna ging ‘t beter …
Het positieve nieuws? Vanaf dat punt ging het alleen maar beter. Misschien omdat we haar er meteen bij trokken, haar vader alleen even dingen met haar ging doen voor de nodige aandacht en ik – na het nodige gedoe – stopte met de borstvoeding. Opeens werd de situatie een stuk minder hectisch, keerde de rust een beetje terug en had ik meer tijd om mijn oudste dochter weer aan te kleden, te douchen, naar bed te brengen en allerlei gekke liedjes met haar te zingen.
En hoe gek het ook klinkt: die kleine dingen hielpen.
Interesse in de baby
Voorzichtig – met nadruk op héél voorzichtig – begon mijn oudste dochter zich te interesseren voor de baby. Uit zichzelf ging ze tijdens het verschonen en wassen van de baby erbij staan, wilde ze de baby vasthouden en ook de fles geven. Tegenwoordig brengt ze een dekentje als ze vermoedt dat de baby het koud heeft, schudt ze van ‘nee’ als iemand haar vraagt of-ie de baby mee mag nemen en vindt ze het maar niets als de baby huilt.
Dat gaat best oké, toch?
Niet dat ik denk dat hiermee alles is opgelost. Integendeel. Er zullen nog veel dagen komen dat ze haar kleine zusje wat minder leuk vindt en dat het allemaal een klein drama is. Het duurt per slot van rekening soms wel een tijdje voor je met z’n allen echt goed aan een situatie gewend bent. Maar voorlopig gaat het best goed met die ‘glote zus.’ Was ‘t toch niet zo erg als gedacht.
Afbeelding: Keepcalm




Geef een reactie