Vanochtend haalde ik mijn peuter op van de peuterschool. Mijn dochter overhandigde mij een papieren schoentje met daarin een zakje pepernoten en een extra zak kruidnoten. ‘Is Sinterklaas langs geweest?’ vroeg ik nog. ‘Jaha’, zei mijn peuter. ‘Ik heb mij verstopt. Ik ken die man nou wel.’
Eerlijk is eerlijk, het was dan ook al de vierde keer binnen een paar dagen dat ze ‘m zag. Zo schudde ze afgelopen vrijdag op het werk van mijn vader nog de hand van de Sinterklaas. Toen vond ze ‘t nog spannend, maar uiteindelijk verliep het zonder een huil- of een driftbui. Ze vond ‘t ‘superleuk.’ De aanwezigheid van haar grootouders en het cadeautje (een puzzel van Frozen) zal daar vast aan hebben bijgedragen.
Anyway, zondag zagen we ‘m weer. In het plaatselijke Van der Valk Hotel tijdens de Sinterklaasbrunch waar we met mijn vader en moeder aan het eten waren. Nu had ik die brunch helemaal gemist, je bent een chaoot of je bent het niet, dus wij aten – zoals dat zo mooi heet- a la carte in een iets rustiger deel van het restaurant.
Dat was maar goed ook, want aan de andere kant zat de Sint en z’n zwarte pieten liedjes te zingen. In eerste instantie vond ze het nog wel spannend, ze kroop zelfs op mijn schoot, want de zwarte pieten deden een rondje langs alle tafels. Maar na een tijdje vond mijn peuter andere dingen – lees K3 op de iPad – veel interessanter. ‘Liv is nu al klaar met Sinterklaas’, grapte mijn vader nog.
Dat viel nog wel mee, want op woensdag zag ze ‘m weer op het kinderdagverblijf. Daar komt de Sint namelijk ook langs. Dat vond ze dan nog wel gezellig, zei ze. Kan ik mij iets bij voorstellen, Sinterklaas te midden van je vriendjes en vriendinnetjes zien, geeft toch weer een andere schwung aan het feestje.
De dag daarop, vandaag dus, was de Sint er weer. Maar dan op de peuterschool. Hartstikke leuk natuurlijk voor die kleine guppen. En uiteindelijk kregen de peuters ook nog een hele lading pepernoten – hier in de provincie is suiker nog niet de grote vijand – mee.
Maar goed, even bij elkaar opgeteld had mijn peuter dus vier keer de Sint in levenden lijve gezien. ‘Heb je ‘m vandaag ook een handje geschud?’ vroeg ik mijn dochter dan ook. Ze zuchtte. ‘Nee, ik heb mij verstopt. Ik ken die man nu wel.’
Ik moest mijn best doen om niet in lachen uit te barsten. Driejarigen zijn soms best grappig. ‘Maar wil je op 5 december nog wel naar oma en je tante toe en cadeautjes krijgen?’ vroeg ik nog plagend. Dat leek mijn peuter ‘heel gezellig.’ Maar die man met die mijter op? Mijn peuter kent ‘m nu wel.




Geef een reactie