Aan het begin van vorige week ging mijn baby van een kleine tien maanden opeens heel snel staan. Niet omdat ze per se wilde staan, maar omdat ze het broodje van haar oudere zus wilde pakken. Dus het was gewoon broodnodig. Toen zakte ze snel weer door de knieën, maar wat schetst de verbazing? Vandaag vandaag kan ze opeens écht staan.
En dat staan is toch altijd weer een klein mijlpaaltje. Niet voor de rest van de mensheid, maar wel voor mijn baby. En omdat het altijd zo’n geestig moment oplevert.
In dit geval hadden we – ik, vriendlief en de peuter – het in eerste instantie niet eens door. De peuter moest vanochtend vroeg naar de kapper en terwijl mijn vriend bezig was zijn eigen schoenen aan te doen, wurmde ik de voeten van de peuter – die op de bank zat – in haar schoenen.
Iedere ochtend een rotklus. Met dank aan leuke, oh zo verantwoorde, schoenen die eerst maanden moeten uitrekken voordat ze meteen aankunnen. En dan zal je zien dat ze weer een grotere schoenmaat nodig heeft.
Maar dat is weer een hele andere blog.
Goed, mijn nieuwsgierige baby zat er wat verongelijkt bij op het vloerkleed. Ze wilde zien wat ik aan het doen was met die schoenen, maar vanuit zittende positie was dat blijkbaar niet voldoende. Niet dat ik het doorhad, ik was nog steeds teveel bezig met die krengen.
Tot mijn vriend opeens riep ‘dat Nicole stond.’ En verrek, daar stond ze. Tegen de bank aan. Met een grote grijns op haar gezicht, dat ook. Waarschijnlijk omdat ze het hele voet-in-de-schoen-wringen-proces nu beter kon volgen. Ze hield dat staan dan ook een plus minus minuutje vol. Toen plofte ze op haar kontje. ‘Oh, ik ga aan de kapper vertellen dat mijn zusje nu kan staan’, riep de peuter nog.
Dan miste ze nog het leukste moment, want net toen mijn vriend en mijn peuter vertrokken waren voor dat bezoek aan de kapper, ging mijn baby weer staan en leunde tevreden tegen ‘t tv-meubel. Dit keer om haar lievelingstekenfilm beter te kunnen zien. En dat hield ze minutenlang vol.
Nadat dat filmpje over was, draaide ze zich om, lachte naar mij, maakte haar handjes los van het tv-meubel en deed een stap. Maar dat ging niet goed. Tot haar grote frustratie viel ze weer op d’r gat. Woest was ze. De aandacht was nu blijkbaar alweer verlegd naar lopen.
Al ging ze de rest van de dag – zonder rare fratsen – wel telkens staan. Want ja, dat staan moet je wel oefenen. Vooral om het brood en ander eten van d’r zus jatten. Ik wil niet weten wat ze doet als ze straks kan lopen.
Afbeelding: Daniëlle Spoelstra
Geef een reactie