Mijn twee Bengaalse katten zijn regelrechte terroristen. Andere katten zijn er om gemolesteerd te worden, vogeltjes worden vermoord en in het kattenpension krijgen ze aan aparte kamer omdat ze de inhoud van het woord ‘sociaal’ weigeren te erkennen. Al hebben ze wel last van één gevaar. En dat gevaar is mijn dochter.
‘Aaaaaaaiii!’
Mijn dochter van 21 maanden heeft de laatste weken besloten dat ze gefascineerd is door de twee katten. Maar waar ze eerst nog tevreden was met ‘een aai’ ( de katten heeft ze maandenlang ‘aai’ genoemd), wil ze nu vooral spelen met de katten.
Spelen met de katten
Want ja, daar zijn ze toch voor? In de ogen van mijn dochter dan. En dus holt ze achter hen aan, probeert ze de staarten te pakken en gaat ze – vooral tegen de dikke kater – er lekker tegen aan liggen als ze tv kijkt. Waarom een kussen pakken als je ook tegen minstens acht kilo warm kattenvet aan kunt liggen.
Regels bijbrengen
Je begrijpt: de dikke kater is regelmatig de sjaak. En hoewel-ie in staat is om het gevecht met tientallen katten – en zo nodig met honden of de dierenarts – aan te gaan, is-ie poeslief voor mijn dochter. Ze kan bijna alles met ‘m doen.
Nu mag dat natuurlijk niet. Ik probeer namelijk mijn dochter regels te leren op het gebied van omgang van dieren. Ik kan je vertellen: dat is soms verrekt lastig bij een kind van 21 maanden. Maar hé, ik doe mijn best.
De witte diva
Overigens hoef ik minder mijn best te doen bij de witte diva. Da’s de zus van de kater. Een sneeuwwit geval met ijsblauwe ogen. Dat wijf zou zelfs de tanks van Poetin nog op afstand kunnen houden. Dat doet ze dan ook moeiteloos bij mijn dochter. Al geeft ze – als het de witte diva uitkomt – dan wel weer kopjes, mag mijn dochter haar aaien en soms ook best tegen haar aan liggen.
Drie seconden lang. En dan sprint ze weer weg terwijl mijn dochter er achteraan rent.
Gehecht aan de katten
Want ja, ze is stiekem toch ook enorm aan ze gehecht. Net voor de vakantie stopten wij de twee katten in de woonkamer in twee reistassen omdat ze een weekje naar het kattenpension gingen. Dat vond mijn dochter dan wel weer grappig. Tot mijn vriend de tassen oppakte en in de auto zette. ‘NEEEEEEEE!’ gilde mijn dochter. ‘AAAAAAIIIIIII!’ huilde ze daarna hartverscheurend.
En hoe ik ook probeerde uit te leggen dat de katten heus wel weer terug zouden komen, was ze een half uur lang ontroostbaar.
En verrek, na de vakantie was ze maar weer al te blij dat de katten terug waren. ‘Poes!’ zei ze terwijl ze naar de witte diva wees. Die gaf meteen een kopje. Een leuke hint voor mijn dochter om daarna achter haar aan te rennen. ‘Nee, niet doen!’ riep ik nog. Maar ik wist het al: het verhaal begint weer van voren af aan.
Wie is hier nu de terrorist?
Vijf minuten later keek de kater mij weer wanhopig aan. Maar dat was nadat ik had gehoord dat hij weer ‘t hele pension had geprobeerd te terroriseren. Ik had geen medelijden met ‘m. Dat ging ‘m hier niet lukken. Laat dat maar een peuter over.
Afbeelding: Daniëlle Spoelstra
Geef een reactie