Momenteel hebben we een logé in huis: en dat is de leenhond. Drie weken lang maakt-ie onderdeel uit van het ietwat chaotische huishouden hier. En dat vonden mijn terroristen van katten aanvankelijk niet zo’n plan. Maar ze lijken in een gedoogfase te komen …
Nu neemt de Leenhond niet veel plek in. Het is een vrolijke Border-terriër die bij mijn ouders in een rustige, gestructureerde omgeving woont. Hij vindt zichzelf twee meter groot, maar is in de praktijk ongeveer even zwaar als mijn gigantische Bengaalse kater die hier thuis rondloopt.
En die Bengaalse kater is een verhaal apart. Hij is groot, gespierd en sterk. Gewend om overal de baas te spelen en met andere katers ruzie te maken. Dat laatste is zo ongeveer zijn hobby. Je kunt je dus voorstellen hoe leuk hij het ongeveer vond dat de hond kwam logeren.
Zijn zusje, die minder dan de helft van het gewicht van de kater weegt, vond het ook maar niets. Zij blies vol overgave naar de hond die daar in het geheel niet van onder de indruk was. Samen met haar broer spanden ze tijdens de eerste dagen ook samen tegen de hond. De ettertjes. Het doel? Zijn eten – vooral de paté was een geliefd doelwit – te pakken te krijgen.
Dat lukte ook in de eerste één tot twee dagen.
Tot ik er genoeg van kreeg en de katten naar buiten – letterlijk soms – gooide. Kon de hond tenminste even in alle rust zijn eten opeten.
Maar de laatste dagen is er heel geleidelijk iets veranderd. De hond is onderdeel geworden van ‘t gezin. Hij raakt gewend aan de drukte en eet zelfs tussen twee ruziënde zusjes en bergen speelgoed zijn eten op. De katten hebben nu door dat ze naar buiten worden gegooid – ook wanneer ‘t regent – als ze ‘t ook maar wagen om naar het etensbakje te kijken van de hond.
Ze houden zich in. Voor hun doen dan.
Sterker nog, ergens lijken ze geaccepteerd te hebben dat de hond er is. Zo speelde de kleuter afgelopen weekend met de hond en de poes in de tuin, wandelt de kater tegenwoordig achter ons aan wanneer ik de hond uitlaat en blaast de poes niet meer naar de hond, maar besnuffelt ze ‘m even. Nadat ze heeft geconstateerd dat ze ‘m kent, loopt ze weer ontspannen door.
Nou, dat is toch wel een goed teken.
Misschien gaan ze ‘m na drie weken nog missen. Maar dat zullen die twee katten waarschijnlijk nooit toegeven. Daar ben je per slot van rekening een kat voor.
Afbeelding: © Donna Kilday | Dreamstime Stock Photos
Geef een reactie