De laatste maanden begon het op te vallen: zowel mijn oudste dochter als mijn jongste dochter werd te groot voor hun fiets. Mijn ouders boden uitkomst: mijn moeder wilde haar exemplaar – een toffe zwarte weduwe fiets – geven aan mijn oudste dochter. Dan kun mijn jongste dochter de fiets van haar zus krijgen. En mensen, het is gelukt. Mijn oudste heeft ‘m zelfs omgedoopt tot emo-fiets.
Zwarte weduwe
Maar laten we even terug gaan naar het begin. Mijn oudste dochter mocht dus de fiets van mijn moeder hebben, want mijn moeder pakt toch liever de auto, houdt niet van fietsen en uiteindelijk stond het ding voornamelijk stof te verzamelen in een garage.
Mijn oudste dochter wilde ‘m graag hebben. Al vond ze ‘m wel ‘groot.’ ‘Ik denk wel dat ik veel moet oefenen,’ verzuchtte ze nog. Dat is ook de reden waarom ik ‘m opgehaald heb bij mijn ouders. En een paar dagen later ook naar de fietsenmaker ben gefietst. Daar stonden mijn dochter en mijn vriend al op mij te wachten.
Emo-fiets
De fiets moest namelijk nog wel even gepimpt worden. Je kent het wel. Licht, remmen controleren en allemaal technische dingen die fietsenmakers snappen, maar ik niet. En oh ja, er moest nog een kratje voorop. De fietsenmaker vroeg nog welke kleur dat kratje moest hebben. ‘Ik twijfel tussen wit en zwart’ zei mijn dochter. ‘Ik ben bang dat als het kratje zwart is, het een emo-fiets wordt,’ zei mijn dochter nog.
De fietsenmaker bleef er bijna in van het lachen. ‘Een emo-fiets. Die hou ik erin!’ En dus koos mijn dochter een zwart kratje.
Maar goed, ze hadden het druk bij de fietsenmaker en het duurde een paar dagen voordat-ie klaar was.
Ophalen
Toen moesten we ‘m natuurlijk nog ophalen. Dat deden we op een vrijdagmiddag. Oudste dochter was ook mee. En daar de stond-ie. Lekker gepimpt en met een zwart kratje. ‘Hier, je emo-fiets’ grijnsde de fietsenmaker. Mijn dochter vond de fiets geweldig. ‘Ik hou van mijn emo-fiets.’
Kijk maar:
Oefenen
Maar ja, toen moest de emo-fiets nog naar huis. Het was de bedoeling dat mijn dochter naar huis zou fietsen. Maar dat vond ze toch te spannend, want mijn hemel – wat vond ze ‘m groot. En dat krat zwaar. Lang verhaal kort: ik ben maar weer op dat ding naar huis gefietst. Op voorwaarde dat ze dit weekend wel zou oefenen om op en af te stappen. En een bochtje te nemen.
Een soort van autorijles. Maar dan op de fiets.
Dat oefenen bleek nog een probleempje. Daar had mijn dochter geen zin in. ‘IK BEN TE MOE. HET DING IS TE GROOT. DAT KRAT IS TE ZWAAR. DIE BOCHT IS STOM.’
Ik had mij al op voorbereid dat het een half jaar zou duren voordat ze daadwerkelijk op dat ding zou fietsen.
‘IK KAN HET!’
Tot zondagmiddag. Oudste dochter en ik besloten toch nog even te oefenen. Ik gaf nog wat tips hoe ze op- en af kon stappen en opeens lukte het. En daarna nog een keer. En vervolgens nog een keer. Daarna fietste ze zo weg. En dat is gebleven.
Op maandagochtend fietste ze probleemloos naar school. Het oefenleed was vergeten.
En jongste dochter?
En mijn jongste dochter? Zij stapte op de fiets die eerder nog van haar zus was en fietste zo de straat uit. ‘Denk dat het wel lukt!’ riep ze nog. Dat dacht ik ook.
En dus heeft heeft mijn oudste dochter nu een emo-fiets en mijn jongste dochter eveneens een exemplaar die bij haar past. Daar kunnen ze komende jaren weer mee vooruit. En dat scheelt veel oefenleed. Ook op een emo-fiets.
Geef een reactie