‘Ze lijken niet echt op elkaar he?’ zei laatst iemand over mijn twee dochters. En dat kon ik beamen. Het zijn twee héél verschillende kinderen.
Nu is dat trouwens vaak zo dat broers en zussen niet meteen op elkaar lijken. Mijn pa komt uit een gezin van dertien kinderen. Geloof mij, daar zitten allerlei verschillende type’s tussen.
Van jongs af aan
Dat geldt ook voor mijn dochters. Vanaf jongs af aan zijn er nogal wat verschillen te vinden. Zo liep mijn oudste dochter pas met een dikke veertien maanden, maar ging mijn jongste al met tien maanden ervan door.
Wel met het verschil dat mijn jongste dochter regelmatig omviel. dat bleef overigens ook nog wel een tijdje zo. Mijn oudste liep meteen wat beter. Zo liep ze begin december en kon ze in januari eigenlijk al prima op eigen benen lopen.
Eigenlijk is dat zo’n beetje telkens het verhaal. Mijn oudste kan het later, maar perfectionist als ze is, kan ze het vaak ook meteen goed. De jongste daarentegen beukt er gewoon in en ziet wel waar ze uitkomt.
Tot nu toe werken beide manieren. Dat dan weer wel.
Eigenwijs
En nu ze wat ouder worden, zie je de verschillen steeds duidelijker terugkomen. Zo was er laatst een sponsorloop op school. Mijn jongste dochter van 4 vond ‘t maar niets. ‘Ik ga niet meedoen hoor’, zei ze nog. ‘Ik word moe van lopen.’
Mijn oudste dochter, bloedfanatiek als ze is, stond de ochtend van de sponsorloop in haar sportkleding klaar. ‘Ik heb er zo’n zin in!’
Het resulteerde in een foto waarop te zien is hoe mijn jongste dochter zo ongeveer werd meegesleept door haar juf. Mijn oudste dochter daarentegen was na schooltijd vreselijk moe ‘omdat ze alles gegeven had tijdens het lopen.’
Je kon mij opvegen van het lachen.
Een grotere tegenstelling was even niet denkbaar.
Nog meer verschillen?
En dat is nog maar één verschil. Maar er zijn véél méér. Zo is de oudste gevoeliger. Op alle vlakken. Iemand hoeft haar maar één keer te plagen en ze kan in zak en as zitten. De jongste verkoopt plagende kinderen ‘gewoon’ een dreun. Inmiddels op momenten ‘dat niemand ‘t ziet’, zo gaf ze onlangs toe. Blijkbaar was ze door leerkrachten iets te vaak betrapt.
Ook vindt de oudste het veel belangrijker wat andere mensen – of kinderen, mag ook – van iets vinden. Daar heeft de jongste dochter geen last van.
Zo mocht ze zich onlangs verkleden voor een feest op school. Wilde ze niet. ‘Heb ik geen zin in.’ Eenmaal in de klas maakte het haar ook geen moer uit dat zij niet verkleed was.
‘Waarom ben jij niet verkleed?’ vroeg een klasgenootje aan haar.
‘ik vind verkleden STOM!’ riep ze.
Het jongetje – die er toch al uitzag dat hij niet zo gelukkig was met z’n outfit – trok acuut z’n verkleedkleding uit.
Zo’n situatie zou bij mijn oudste dochter nooit voorkomen. Niet alleen omdat ze verkleden fantastisch vindt, maar ook omdat ze niet snel zo uitgesproken zou zeggen dat ze iets stom vindt.
Lachen
Maar heel eerlijk, ik moet er vooral vreselijk om lachen. Het is maar goed dat ze niet hetzelfde zijn. Dat houdt het leven ook weer heel afwisselend. En misschien komt er ooit een moment dat ze meer op elkaar gaan lijken. Maar ik heb zo’n idee dat dit niet tijdens een sponsorloop gaat gebeuren.
Geef een reactie