Het leek even goed te gaan met de dreumes hier. De Orthiflor Junior leek aan te slaan, ze sliep weer en ze oogde een stuk fitter. Tot afgelopen week haar rug en buik helemaal onder de uitslag zaten. Gevolg? We zaten weer bij de huisarts.
De vlekken zagen er namelijk wel héél gek uit. Rode, schilferige vlekken die alsmaar roder werden en zich meer uitbreiden. Nog erger, mijn dreumes werd gek van de jeuk en sliep dus ook weer een stuk onrustiger. Wij hadden geen idee wat het was.
Was het een kinderziekte? Zou het eczeem zijn? Wat had ze eigenlijk gegeten?
Er zat maar één ding op: naar de huisarts. Misschien wisten zij wat het was. En nee, daar had ik weinig trek in. Zo langzamerhand heb ik ‘t gevoel dat ik een strippenkaart bij de huisarts heb. For the record, ik ben heel blij dat ze er zijn, maar ik ken die wachtkamer zo onderhand wel.
Daarbij had mijn dreumes er al helemaal geen zin in. Ze had jeuk, was moe en hangerig. En bij de huisarts in opleiding ging het helemaal niet meer. Huilen, tieren, niet luisteren, dat werk … Gelukkig was mijn vriend er om haar hoogstpersoonlijk in bedwang te houden, anders had die huisarts mij ook meteen kunnen laten opnemen.
Tussen het sfeervolle geschreeuw van de dreumes door, deed ik een poging om het verhaal te vertellen. De huisarts-in-opleiding keek alsof hij het zelf ook een heel moeilijk geval vond. Met verbazing keek hij naar mijn hyperactieve kind. Het was duidelijk dat-ie in zijn hele leven nog niet heel veel schreeuwende dreumessen was tegengekomen. ‘Wen er maar aan’, dacht ik nog. ‘Jij gaat straks nog kinderen tegenkomen die het nog veel bonter gaan maken dan dit.’
En op één of andere manier werd ik daar dan wel weer iets vrolijker van.
Het duurde niet lang of de huisarts in opleiding riep de hulp in van een andere huisarts die ook naar de uitslag keek. ‘Het lijkt bijna wel eczeem’, zei ze. ‘Al lijken ook veel vlekken op die van de vijfde of zesde ziekte.’ Ik keek haar niet begrijpend aan. Wat was het nu eigenlijk?
Volgens de huisarts was het waarschijnlijk dat mijn dreumes de vijfde of zesde ziekte heeft gehad. Door gebrek aan weerstand heeft het lichaam daar overtrokken op gereageerd. ‘En dan kun je dus ook uitslag krijgen dat lijkt op eczeem’. Dat heb ik vaker gezien’, lichtte ze toe.
Oh.
Intussen had ik het zweet op mijn voorhoofd. Met dank aan de spartelende dreumes. ‘Ze ziet er in ieder geval niet ziek uit’, lachten de huisartsen nog. ‘Geef het een week en als het dan nog niet weg is, kom vooral terug’, zeiden ze. En nadat ik een vaseline zalfje – hormoonzalf was gelukkig niet nodig – uit de apotheek had gehaald, konden we weer naar huis.
Gelukkig trekt de uitslag weg en hielp die zalf enorm goed tegen de jeuk. Hoera. Maar we zijn weer terug bij af met de dreumes. Ik denk dat ik die strippenkaart van de huisarts nog maar even hou.
Geef een reactie