Afgelopen jaren waren ik en mijn gezin in de zomer te vinden in de Franse Vendée. Aan de Atlantische kust, om precies te zijn. Maar omdat een beetje afwisseling ook wel leuk is gingen we deze zomer naar een camping in de Dordogne. En het moet gezegd: de Dordogne is ook leuk. Al zal mijn oudste dochter daar misschien toch iets anders over denken .
>> Hier 5 dingen die je met je kinderen kunt doen in de Dordogne
Fijn huisje.
Nu moet ik ook meteen even zeggen dat we wél op een leuke camping zaten. Al ga ik niet kamperen op een camping. Ik heb een bloedhekel aan kamperen. En dan komt het goed uit dat de laatste jaren Franse campings veel investeren in premium huisjes met WiFi, goede bedden en een vaatwasser. Om maar even wat te noemen. En zo’n huisje hadden wij ook. Heeft natuurlijk niets met kamperen te maken, maar comfortabel is het wel.
>> Dit was de camping Le Grand Dague
En mensen, ik kan niets slechts opnoemen over het huisje. Het was schoon, ruim en modern. De WiFi deed het fantastisch, we hadden een ruime plek en de ligbedden op de veranda werden al snel mijn favoriete plek.
Fijne camping (met véél Nederlanders)
En de rest van de camping was ook prima. Het waterpark met een wildwaterbaan, meerdere glijbanen en véél zwembaden waren alleen al een pluspunt. Toen het een dagje regende, zijn we gewoon gaan zwemmen. Was hilarisch. Niet alleen omdat het rustiger was dan normaal, maar omdat de andere zwembadgasten ook allemaal Nederlands waren. ‘WANT WE ZIJN TOCH AL NAT.’
Nederlandse logica. Ik hou ervan.
Dat moest ook wel, want er waren véél Nederlanders op die camping. Nu schijnt dat in de zomer voor de hele Dordogne te gelden, dus daar moet je geen bezwaar tegen hebben. Mijn dochters vonden het in ieder geval niet erg. Zij hadden genoeg kinderen om mee te spelen, te zwemmen en andere gekkigheid mee uit te halen. En je weet ze zeggen: als je kinderen het naar de zin hebben, heb jij het ook leuk.
En dat klopt. Vooral omdat ik op die ligstoel in de zon op de veranda lag.
Perigueux (en de Sephora was er ook)
Maar natuurlijk gingen we er ook wel eens een dagje eropuit. Op een kwartiertje rijden lag de hoofdstad van het departement Perigord, Perigueux. Een eeuwenoude stad die al groots was in de Gallo-Romeinse tijd. En dus waren er genoeg historische dingen te zien. Nu ben ik docent Geschiedenis, dus natuurlijk vind ik dat leuk. Net als mijn jongste dochter en mijn vriend die daar ook blij van worden. Dat gold niet voor mijn oudste dochter. Een pre-puber van 11. Opmerkingen als ‘WAT IS DIT SAAI!’ en ‘KUNNEN WE HIER AL WEG?’ vlogen ons om de oren.
Wat ze wel leuk vond? De restaurants, de mooie pleinen met terrassen en de fijne winkels in de stad. Perigueux heeft allure en die Franse joie de vivre. Dat erkende zelfs mijn oudste dochter. Al vond ze de shopping mall met de Sephora (die winkel kreeg van mij hier een eigen blog, want man …), de H&M en de Mango aan de rand van de stad nog het allerleukst.
En ik mag dan wel van geschiedenis houden, dat shoppen vond ik ook héél gezellig.
‘Staan we nou echt naar een tekening van een lelijk paard te kijken?’
En mijn jongste dochter? Zij wilde graag naar de grotten. Je vindt in de Dordogne namelijk héél véél grotten uit de prehistorie. De mensen uit die tijd lieten zelfs tekeningen achter op de wanden. En niet in één grot, in talloze grotten vind je ze. Wij gingen naar Grottes de Villars. Vooral omdat je daar in kunt lopen, er een licht- en geluidshow in die grotten was en je ook nog die tekeningen kon bewonderen. Voor dat laatste moest je trouwens in deze grot goed kijken, want die tekeningen zijn nogal vervaagd. ‘Staan we nou echt naar een tekening van een lelijk paard te kijken?’ mompelde oudste dochter nog.
Maar mijn jongste dochter vond het wel fascinerend. ‘Al ben ik wel blij dat ik nu leef, want vind het best een beetje fris in die grotten.’ Fair enough. Dat vond ik ook. Laat staan mijn oudste dochter.
‘Het allersaaiste kasteel ooit’
Maar toen wist mijn oudste dochter nog niet dat we een paar dagen later naar een oud middeleeuws kasteel gingen. Al stonden we eerst bij een ander kasteel. Mijn vriend was ervan overtuigd dat dit het juiste kasteel was. En dus ging ons gesprek ongeveer zo:
‘HOEZO STAAN WE NIET BIJ HET GOEDE KASTEEL? KIJK HOEVEEL MENSEN ER ZIJN!’
‘NEEEEEE, WE STAAN BIJ HET VERKEERDE KASTEEL. WE MOETEN VERDER!’
‘HOEVEEL KASTELEN ZIJN ER IN DIE DORDOGNE? WE GAAN WEL LOPEN. WE HEBBEN NU EEN PARKEERPLEK!’
‘NEE! DAT DUURT EEN UUR!’
‘Oh.’
Toen ik ook nog zei dat de bewoners van dit kasteel (dit was het kasteel van Beynac) vroeger pro Franse koning waren en dat het kasteel aan de andere kant van de vallei Engels gezind was, reed mijn vriend pas door. Ook omdat mijn vriend altijd de Engelsen verkiest boven de Fransen, maar dat is een andere blog.
Enfin. Uiteindelijk belandden we toch bij dat Engels gezinde Chateau de Castelnaud. Het was warm, druk en mijn oudste dochter had inmiddels een slecht humeur. Een rondleiding van de Vlaamse gids droeg niet bij aan de pret. ‘Dit is het allersaaiste kasteel ooit’, mopperde ze. ‘Als jullie weer naar een kasteel gaan, gaan jullie maar zonder mij.’
Wij waren allang blij dat we bij het goede kasteel waren gearriveerd. En daarbij, dit kasteel was echt wel interessant. Vonden wij dan. Maar goed, lang verhaal kort: na het kasteel zijn we uiteindelijk beland bij de Burger King. Daar knapte het humeur van oudste dochter zienderogen op. Zeker toen ze even later in het zwembad van de camping kon plonzen.
En toen …
Heel eerlijk? We hebben daarna niet heel veel culturele dingen gedaan. Markten (die van Perigueux is leuk), terrassen, winkels en de zwembaden op de camping bleken interessanter. En trouwens, er moest ook nog gelezen worden, ik wilde nog series kijken (Knokke Off! The Peripheral) en spelletjes doen.
De twee weken vlogen voorbij. Voor ik het wist waren we weer thuis. Gaan we volgend jaar weer naar de Dordogne? Misschien gaan we weer eens de zee proberen. In Noord-Spanje bijvoorbeeld. Eens kijken of daar een grot of kasteel is waar we oudste dochter mee kunnen vervelen.
Leuk weer ,en grappig hoe je schrijft
Dank Hennie!
Leuk geschreven. Dordogne is zeker mooi. Ik herinner mij een fietstocht langs de rivier, ik had shirt uitgedaan en niet ingesmeerd. Dat heb ik geweten. Die nacht met natte handdoeken op mijn rug in bed gelegen om de blaren iets te verkoelen. M
Het mocht de pret niet drukken. De volgende dagen hebben wij onze tocht afgemaakt.
Dank Ron! Maar oei, die blaren klinken heel pijnlijk. Respect dat je de tocht hebt afgemaakt. Gelukkig is de omgeving wel mooi!