Net als – ongetwijfeld – heel veel andere ouders ben ik geen fan van het consultatiebureau. Ik hou nu eenmaal niet van onbekende mensen die zich met mijn leven en mijn kinderen bemoeien. Maar met een pasgeboren baby ontkom je er niet aan: ik moest er weer aan toe. Al viel het ook dit keer wel mee.
Even voor de duidelijkheid: ik vind het consultatiebureau niet geheel nutteloos. Het is fijn dat die kinderen toch gewogen en gemeten worden en dat ze op het juiste moment worden gevaccineerd tegen enge ziektes. Daar kan ik wat mee.
Maar voor de rest? Ga weg met al je testjes, vragen en formulieren. Het maakt de anarchist in mij wakker.
Weer die formulieren
Maar zoals ik al eerder zei: met een pasgeboren baby ontkom je er niet aan. Al was eerst de wijkverpleegster al op bezoek geweest. En dat was niet mijn oude, vertrouwde wijkverpleegster, dit was een ander. En met deze had ik niet een klik. Vooral niet toen ik meldde dat ik een paar formulieren ( met vragen als ‘ben je ooit geslagen’ of ‘ben je in het verleden seksueel misbruikt’ ) niet in ging vullen. Daar probeerde ze relaxt op te reageren. Lukte niet. ‘Ik heb dan zoiets van: als je overal nee invult en het inlevert, ben je er ook vanaf’, zei ze nog.
Zo werkt het niet in mijn wereld. Ik heb een diepgeworteld wantrouwen tegen dit soort formulieren .Je weet nooit, maar dan ook nooit, wanneer dit type formulier tegen je gebruikt kan worden. Zal allemaal ongetwijfeld enorm mee vallen in de praktijk, maar ik neem liever het zekere voor het onzekere.
Je begrijpt: die formulieren zijn niet ingevuld en al helemaal niet ingeleverd.
Voor of tegen de speen?
En die wijkverpleegster bedoelde het heus goed. Ook toen ze vroeg of ik wel eens speen voor mijn dochter gebruikte. ‘Nee’, riep ik nog verbaasd, want na de geboorte van mijn oudste dochter waren ze op het consultatiebureau nog tegen een speen. Vraag me niet waarom. Ik luisterde toen ook al niet. Wel weet ik nu dat ze nu – twee jaar later – weer pro-speen zijn. Jazeker, die speen mag weer, ‘want die kan je doseren.’ Oh. ‘Wil je dat ook even vertellen aan een driejarig kind dat nog steeds schreeuwt om z’n speen?’ zou ik bijna zeggen.
Met nadruk op bijna. Ik had – een week na mijn bevalling – even geen zin in een onzinnige discussie over de pro’s en contra’s van een speen. Ik heb ‘t laten gaan.
Ik. Wil. Op. Vrijdag
Maar dat ze de eerste afspraak voor mij op maandag wilde zetten, liet ik niet gaan. Ik haat maandag. En ik haat dit soort afspraken op maandag al helemaal. Ik wilde op vrijdag. Niet alleen omdat dit tijdstechnisch beter uitkwam, maar ook omdat die leuke wijkverpleegster – en ook een leuke arts – werken op vrijdag. En dus verzette ik de afspraak later van maandag naar vrijdag.
Het viel weer mee …
Geen moment spijt van gehad, want vanochtend kon ik met mijn dochter terecht bij die leuke arts. En nee, ik heb mij geen moment geërgerd. Hoefde ook niet, want de arts was hartstikke aardig, begripvol maar wel – op een goede manier – zakelijk. En dus kreeg ik geen gezeur over spenen, formulieren, flesvoedingen, borstvoeding of wat dan ook. Wel bleek mijn dochter wat last te hebben van spruw, maar goed – daar maakte ze ook geen drama van. Even de huisarts bellen voor een middeltje, nog een paar tips en klaar waren we. Niets mis mee.
Over een paar weken moet ik weer. Maar dan kan ik terecht voor de vaccinaties. Bij die gezellige, vertrouwde wijkverpleegster. Prima. En ach, dan kijk ik daarna wel weer. Want ook al viel vandaag wel mee, ik kom er nog steeds ‘t liefst zo min mogelijk.
Afbeelding: Daniëlle Spoelstra
Geef een reactie